1946-1949 - Van Ambachtsschool tot O.R.S Lek en Linge

Ga naar de inhoud

1946-1949

Ambachtsschool 1946-1949
1946

Voorgeschiedenis van de Stichting

Al jaren gingen in Culemborg stemmen op om te komen tot oprichting van een Ambachtsschool, maar de grote moeilijkheden bij het oprichten van zo'n school, waren steeds oorzaak, dat men er niet toe kwam de knoop door te hakken.
Na de bevrijding was er een nijpend gebrek aan geschoold personeel. Zowel werkgevers als werknemersorganisaties vroegen het Culemborgs Gemeentebestuur om scholingscursussen en een Ambachtsschool.
Nadat de Commissie van Toezicht op de Ambachtteekenschool een onderzoek had ingesteld op de haalbaarheid van dit plan besloot zij in haar vergadering van 13 mei 1946 tot officieuze oprichting van de Stichting Ambachtsschool voor Culemborg en Omstreken. Dit was de oprichtingsvergadering!
De stichting stelde zich ten doel een bijzondere, neutrale Ambachtsschool op te richten, in stand te houden en voorts het Nijverheidsonderwijs in de ruimste zin des woords te bevorderen.
Besloten werd het Bestuur van de Stichting als volgt samen te stellen:
  • drie fabrikanten, af te vaardigen door de Culemborgse industrieën, in resp. de meubel-, metaalindustrie en de bouwnijverheid.
  • drie personen, af te vaardigen door de plaatselijke centrales van resp. het N.V.V., het N.K.V. en het C.N.V.
  • drie personen, niet behorende tot groep a of b, te verkiezen door de bestuursleden uit a en b.

Dienovereenkomstig namen in het algemeen bestuur op 13 mei 1946 de volgende personen zitting:
A.J. van Dam Jr. namens de fabrikanten uit de meubelindustrie.
W. van Doorn Sr. namens de fabrikanten uit de metaalindustrie.
A. Schouten namens de patroons in de bouwnijverheid.
J.M. Smits namens het N.V.V.
J. v.d. Heuvel namens het N.K.V.
W. Koopman namens het C.N.V.
A.C.C. v.d. Stroom als onafh. deskundige uit de meubelindustrie.
A. Prins als onafh. deskundige uit de metaalnijverh.
Th.A. Ausems als onafh. deskundige uit de bouwnijverheid.

Dit algemeen bestuur koos uit hun midden het volgende dagelijks bestuur:
    Th. A. Ausems              Voorzitter
     A. Prins                         Secretaris
     A.C.C. v.d. Stroom        Penningmeester  

Het algemeen bestuur vergaderde op de tweede dinsdag van elke maand, behalve in de schoolvakanties. Deze vergaderingen werden allen door de directeur bijgewoond.
Het dagelijks bestuur vergaderde zoveel keren als nodig was.
Elke maand bezochten twee leden van het algemeen bestuur de twee scholen en bijzondere cursussen.
Al spoedig na het bekend worden van de oprichting van de stichting ontving deze naast morele ook financiële steun van verschillende Culemborgers! Het Gemeentebestuur van Culemborg gaf zelfs een subsidie van 30% over de begroting voor 1946.

Op de foto v.l.n.r. A.Schouten, A.Prins, Architect Ausems, A.C.C. v.d. Stroom, L. van Dam en directeur Van Buytene. Staande de heren: Smits, Van de Heuvel, Van Doorn en Koopman.












De kasrekening over 1946 gaf een goed beeld van de inkomsten en uitgaven:

ONTVANGSTEN                               UITGAVEN
Giften                        ƒ  775,--              Salarissen          ƒ  5453,21             
Subsidie Gemeente ƒ 5000,--             Onkosten            ƒ       82,20                           
Cursus-gelden         ƒ 1440,--             Loonbelasting    ƒ       55,90
Pensioenverhaal                                 Reiskosten         ƒ    103,80
en Ingeh.loonbel.     ƒ  770,25            Leermiddelen     ƒ   9033,18
Schoolgelden en                                                            
leermiddelen            ƒ  790.24  
Giro-saldo                ƒ    10,--
SALDO                    ƒ 5942,80               
                                 ------------                                            ----------
                                ƒ14728,29                                       ƒ14728,29



Plattegrond gebouw Goilberdingerstraat

Bij de oprichting van de Stichting was de grootste zorg van het Bestuur een geschikt gebouw voor de Ambachtsschool te vinden. Na veel moeite kon de Stichting de helft van de voormalige openbare school (de zgn. Laanschool), aan de Goilberdingerstraat 14, van de Gemeente Culemborg huren.
Uiteindelijk had de Stichting voor zijn scholen en cursussen de beschikking over 4 leslokalen, 1 Directeurskamer en 1 garderobe. De 4 leslokalen waren ingericht als houtwerkplaats, metaalwerkplaats, tekenzaal en een lokaal voor theorieonderwijs.

De inventaris van de Ambachtsschool was met kunst-en vliegwerk samengebracht. Particulieren en bedrijven stonden machines, werktuigen, werkbanken enz. in bruikleen af.
De inrichting van de tekenzaal was afkomstig uit de Gemeentelijke Avondteekenschool en werd gratis door de Gemeente aan de Stichting overgedaan. Deze voorloper van de Ambachtsschool was ontstaan in het begin van deze eeuw.
Het bestuur van de Ambachtteekenschool, waarvan de Avondteekenschool een onderdeel was, werd in 1903 benoemd door het stadsbestuur en op hun gedragingen werd weer gelet door de commissie van toezicht, waarvan de burgemeester van Culemborg voorzitter was.
In 1904 werd op voorstel van die commissie de Ambachtteekenschool in gemeentebeheer overgenomen en werd een rijksbijdrage aangevraagd. In het in 1905 vastgestelde reglement werd bepaald, dat er onderwijs zou worden gegeven in handtekenen, het rechtlijnig en bouwkundig tekenen en het ambachtsrekenen.


Getuigschrift Ambachtteekenschool

Voor het machinepark van de school deed men de meest noodzakelijke bestellingen: twee dubbele smidsvuren en een boormachine.

Zo kon op 2 september 1946 de dagambachtsschool haar poorten openen voor de 68 leerlingen, waarvan 60% uit Culemborg zelf afkomstig waren.
Deze dagambachtsschool was een 2-jarige opleiding volgens de N.O.-wet met de vakken metaalbewerking en houtbewerking. Waarbij de leerlingen metaalbewerking konden kiezen tussen smeden, bankwerken of automontage en de leerlingen houtbewerking konden kiezen tussen timmeren of meubelmaken. Leerlingen in het bezit van het einddiploma konden in het derde jaar een einddiploma in een aanverwant vak behalen.

Op 1 oktober 1946 begonnen de lessen van de Avondteekenschool, welke school door de stichting van de Gemeente Culemborg overgenomen werd. Deze avondteekenschool was een 4-jaarlijkse wintercursus volgens de N.O.-wet met opleiding voor houtbewerking (timmeren en meubelmaken), metaalbewerking (smeden, bankwerken en edelsmeden), schilderen en metselen.
Bovendien werden er, op verzoek van zowel werkgevers als werknemers, avondscholingscursussen gegeven voor meubelmakers en metaalbewerkers met het doel hen 'in de gelegenheid te stellen zich verder in hun vak te bekwamen'.


Rapport van de avondschool van W. Wulterkens


1947

Het jaar begon meteen al goed want per 1 januari kreeg de Ambachtsschool Koninklijke goedkeuring, zodat op die datum ook de Rijkssubsidie inging.
In september van dit jaar werd begonnen met onderwijs in de tweede klas. De hiervoor noodzakelijke ruimte werd gevonden door de eerste verdieping van het Triogebouw (oude sigarenfabriek), aan de Buitenmolenstraat, tot tekenzaal in te richten.
Hoewel de lokalen keurig ingericht waren, bleef het een noodoplossing. De zoldering was te laag, de kolommen in de zalen belemmerden het zicht op het schoolbord en het daglicht was volstrekt onvoldoende.
Voor de lessen in lichamelijke oefeningen werd het gymnastieklokaal aan de Westersingel gehuurd van de Gymnastiekvereniging "Kracht en Vriendschap".
Tenslotte werd er nog een lokaal gehuurd van de Heren Protectoren van het toenmalige Elisabeth Weeshuis in de Herenstraat. Dit werd gebruikt voor voortgezet lager onderwijs (VGLO).

Door de uitbreiding van het aantal leerlingen werd het mogelijk de opleiding in de metaalbewerking te splitsen in een opleiding voor automonteurs en rijwielherstellers en een opleiding voor smeden-bankwerkers en elektriciens.

Opleiding metaalbewerking, afd. autotechniek en rijwielherstellen                                                                                                 De eerste bankwerkerij


Opleiding metaalbewerking, afd. smeden

Door kolengebrek werd het onderwijs van 15 maart tot 24 maart onderbroken. Gedurende deze periode kwamen de leerlingen 2 dagen per week op school om les te krijgen in de theorievakken, waarvoor extra huiswerk werd meegegeven. Door een verkorte Paasvakantie werd de achterstand enigszins ingehaald.


1948

Het hoogtepunt van het jaar was dat voor de eerste maal aan een groep leerlingen van de Ambachtsschool het einddiploma uitgereikt kon worden. Uit dankbaarheid ontving de school van hun ouders een elektrische klok!


                                                                                                                                                                         Eindexamenklas met voltallig personeel

Doordat het leerlingenaantal in twee jaar was verdubbeld groeide de school uit zijn jasje.
Het verspreid liggen van de lokalen gaf niet alleen moeilijkheden met de samenstelling van een juist lesrooster, maar ook voor de dagelijkse leiding gaf dit last en tijdverlies.

                  
De eindexamenklas op de Goilberdingenstraat in januari 1948

Men werd ook steeds kritischer t.a.v. de lokaliteiten.
Hier volgt een opsomming:
In het gebouw aan de Goilberdingerstraat ontbrak een magazijn voor het opbergen van materialen en leermiddelen. Hiervoor werden zelfs bordessen langs de wanden gemaakt!
De directeurskamer van 8 m2 deed tevens dienst als administratieruimte, archief, lerarenkamer en conciërgeloge.
In het gebouw van de Gemeentewerken aan de Buitenmolenstraat werden de lessen, die onder en boven gescheiden door een enkele plankenvloer doorgang vond, ernstig belemmerd door de geluidoverlast van de dienst Gemeentewerken

Afdeling houtbewerking in de Goilberdingerstraat

Bij de aanvang van het nieuwe cursusjaar werd een groep leerlingen gevormd, die al bij een 'patroon' werkten en in totaal één dag per week (met behoud van loon!) op de school theorielessen volgden. Deze zgn. contractleerlingen waren zowel uit de metaalnijverheid als meubelindustrie afkomstig.
M.i.v. 1 oktober werden de cursussen in meubelmaken en stofferen opgenomen in de Avondnijverheidsschool.

1949

Dit jaar was voor de Stichting zeer belangrijk, omdat het plan om tot een eigen schoolgebouw te komen, zeer vaste vormen had aangenomen. De grond aan de Anthonie van Lalainglaan , waarop het gebouw zou verrijzen werd aangekocht en de definitieve bouwplannen werden  ter goedkeuring opgestuurd aan het Ministerie van O.K.W.
Dat een eigen schoolgebouw noodzakelijk was, bleek wel uit het feit dat het aantal leerlingen met 30% was gestegen en in de beschikbare lokaliteiten nauwelijks verandering was gekomen.
Vanaf 1 september werd het huurcontract opgezegd van het gymlokaal aan de Westersingel. De gymnastieklessen werden daarna gegeven in de van het Parochiehuis gehuurde gymnastiekzaal aan de Grote Kerkstraat.
M.i.v. 1 september kon door de stijging van het aantal leerlingen de afdeling houtbewerkers, wat betreft de technische vakken, worden gesplitst in meubelmaken en timmeren.


Afdeling houtbewerking

Wegens gebrek aan ruimte en door het al genoemde toename van het leerlingenaantal was het niet meer mogelijk het gewone lesrooster te handhaven. Er moest worden overgegaan naar het zgn. 'uitgeschoven' lesrooster, waarbij de school per week wel langer open was, maar de leerlingen toch het normale lesrooster kregen. De klassen waren dan om beurten een morgen of middag vrij.

Het budget van de stichting liet het niet toe om voldoende hout en ijzer in te kopen. Het was weliswaar vrij in de handel verkrijgbaar, maar de prijs was veel te hoog. Verschillende malen werden daarom oude bruikbare materialen aangeschaft, terwijl enkele plaatselijke patroons of bedrijven partijtjes afvalmateriaal schonken. Hiervan kon in het eerste jaar kleine werkstukken worden gemaakt.

Op verzoek van de leiding van fort Honswijk in Schalkwijk verzorgde de school een Avondcursus autogeen-en elektrisch lassen voor 9 militairen.


Rapport van de dagschool van W. Wulterkens
Terug naar de inhoud