Hans IJdo ontwerper De Spoed - Van Ambachtsschool tot O.R.S Lek en Linge

Ga naar de inhoud

Hans IJdo ontwerper De Spoed

Stg. Scholengem. voor C'borg e.o. 1970-1985
Hans IJdo

Johannes Hendrik (Hans) IJdo, beeldend kunstenaar, beeldhouwer werd  geboren op 2 maart 1928 te Amsterdam. Hij overleed op 23 mei 1987 te Amsterdam op 59-jarige leeftijd.
Hij trouwde in Amsterdam met de in Semarang (vml. Ned- Indie) geboren Johanna Wilhelmina Nicoline (Jopie) van Laar. Ze kregen samen twee kinderen: Mark en Myléne.
Hans woonde en werkte te Amsterdam en deed vooral indrukken op in Italië, Duitsland en Frankrijk. Hij was leerling van Josef Verheyden in de periode 1941-1943, kreeg tekenles van Pieter Zwart te Laren in de periode 1946-1947 en volgde de opleiding beeldhouwen aan de Rijksacademie te Amsterdam in de periode 1947-1951. Hij was lid van o.m. de Nederlandse Kring van Beeldhouwers.

In 1951 deed hij voor het eerst mee met de prestigieuze "Prix de Rome" voor monumentale en versierende beeldhouwkunst. Hij kreeg de opdracht een gedenkteken te maken ter nagedachtenis aan een oogarts. Het beeld moest uit twee personen bestaan, een blinde en een ziende. Hans behaalde hier de zilveren erepenning. In oktober 1953 probeerde hij het opnieuw, nu in de categorie vrije beeldhouwkunst. De opdracht was een beeld te maken voor een Landbouwhogeschool. Hans behaalde de gouden medaille, voor Theria van der Pant en de later bekend geworden kunstenaar en schrijver Jan Wolkers. Het bekroonde beeldhouwwerk stelde een koren maaiende vrouw voor. Aan deze eerste plaats was een stipendium verbonden, dat hem in staat stelde drie jaar in Nederland en Italië te studeren. Deze prijs was zeker goed besteed aan hem, want jonge kunstenaars konden toen eenmaal niet rekenen op rijke inkomsten. Hij moest soms zelfs in zijn levensonderhoud voorzien door lompen te sorteren voor een aantal voddenmannen.

Hier staat Hans (links) naast zijn winnende creatie, samen met Ad Dekkers die de gouden medaille haalde in de categorie schilderkunst

Na een uitgesproken figuratief begin groeide hij hoe langer hoe meer af van herkenbare mensvormen naar grillige en bloemrijke ruimtelijke ornamenten. V. Esser zei over hem in 1966: "Er zijn heel wat jonge beeldhouwers die meer bekendheid genieten en die ongetwijfeld al meer succes hebben, toch ben ik ervan overtuigd dat Hans IJdo zal blijken te behoren tot één van de meer betekenende jonge kunstenaars van Nederland."
Enkele andere werken van Hans zijn:



  • In 1955 maakte hij van zijn vrouw Jopie een portret
  • De wisselprijs voor schoolroeien was een ontwerp van Hans in 1956 in opdracht van de Gemeente Amsterdam
  • In 1959 werd in het plantsoen voor de vijver aan de Waranda in Beverwijk het beeld Prometheus geplaatst, dat deel uitmaakt van de Rijkscollectie.


Het romantische atelier van Hans IJdo in een pakhuis op het Prinseneiland in Amsterdam


  • 1959 werd in het Flevopark in Amsterdam het beeld De Worstelaars geplaatst. (zie hierboven)
  • 1960 Texelsche Courant, kop artikel: "Ontwikkeling gaat door". Dit artikel verhaalt over een nieuw PTT-gebouw, aan de gevel waarvan een reliëf wordt onthuld door burgemeester De Koning van Texel. "De heer Ydo, de schepper van het kunstwerk, vertelde dat het de betekenis had van eenvoudige communicatie. Het stelt twee vrouwen voor die liggen te praten".
 

De Icarus is een ontwerp van Hans in 1964

  • In 1966 werd een tweede afgietsel van De Worstelaars tentoongesteld in Sonsbeek, bij Arnhem
  • In 1967 werd er in Park Transwijk te Utrecht het tweede afgietsel van het beeld De Worstelaars (kleurenfoto) geplaatst.
  • In 1969  ontving volgens de Laarder Courant "De Bel" de  winnaar van de zgn. Defresneprijs voor de beste toneelregie, Peter Oosthoek, naast een geldbedrag tevens een plastiek, die vervaardigd was door Hans IJdo.

In 1971 werd de Staalplastiek van Hans IJdo geplaatst aan het Buikslotermeerplein te Amsterdam."Het is een typische exponent van in de jaren zeventig gebezigde kunstopvattingen. In die periode was er de
tendens om kunstwerken te beschouwen als de logische manifestatie van een doordacht concept. Daarnaast kreeg toen de relatie tussen kunstwerk en omgeving speciale aandacht: kunstwerken fungeerden ook als objecten waarlangs bepaalde zichtlijnen richting kregen. De staalplastiek markeerde destijds de rand van het toenmalige winkelcentrum en vormde aldus een begin- en eindpunt. Het conceptuele karakter van de staalplastiek komt tot uitdrukking in de vorm van de kolommen. De gedraaide kolommen roepen een zekere spanning op, maar overschrijden de grenzen van de vorm niet. Behalve dat de zuil een bepaalde kunstopvatting vertegenwoordigt, is zij onbedoeld tevens het symbool van de wijze waarop het moderne wordt ingehaald door het nieuwe.”
Bron foto: Wikipedia

De Culemborgse journalist Bram van Schaik schreef in het Utrechts Nieuwsblad van 11 januari 2011 een artikel over de zoektocht van Van de Velde naar de ontwerper van De Spoed. Naar aanleiding hiervan, kreeg de webmaster een tip van dhr. Henk van Kesteren uit Culemborg. Hij vertelde hem dat hij 1971-1973 aan de avondschool aan de kunstacademie in Amsterdam les had gekregen van docent/beeldend kunstenaar Hans IJdo. Daar Henk uit Culemborg kwam, vertelde IJdo juist aan hem en zijn studie/stadgenoot Peter de Gram, dat hij in die plaats een kunstwerk voor de technische school had ontworpen en liet hen ook een miniatuur ervan zien. Henk had midden jaren vijftig ook op die betreffende school gezeten en heeft dat mede daardoor goed kunnen onthouden. Ook wist hij te vertellen dat Hans IJdo deze zgn. Spoed had laten maken bij een Brabants metaalbedrijf.
Een telefonische zoektocht langs allerlei Amsterdamse kunstgaleries, kunstmusea etc. bracht Van de Velde tenslotte bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie. In het daar aanwezige dossier van Hans IJdo kwam tot grote blijdschap van de webmaster een foto tevoorschijn van De Spoed, zoals Hans zijn creatie genoemd had. Via een genealogiewebsite kwam hij tenslotte uit bij directe familieleden van de ontwerper.
Tussen de beide staalplastieken zijn er overeenkomsten v.w.b. de materiaalkeuze als vormgeving.

In verband met de sloop van het schoolgebouw aan de Willemslaan, is dit kunstwerk op 17 mei 2011 van zijn sokkel gehaald en zolang opgeslagen in het depot van aannemer Van Santen in Culemborg. Van deze gebeurtenis heeft de webmaster filmopnamen gemaakt, die u hier kunt bekijken.

Dankzij de inzet van de webmaster bij de gemeente Culemborg, is het uiteindelijk gelukt om De Spoed voor Culemborg te behouden en het kunstwerk weer een plaatsje te geven bij de meest ‘technische kant’ van Lek en Linge: de VMBO-locatie aan de Ina Boudier-Bakkerstraat.


Bron foto van De Spoed: J. van Antwerpen

De gemeente Culemborg schakelde Landscape architect Bramsche in om bij deze locatie een geschikte plaats te zoeken, zodat het meest gunstig tot zijn recht zou komen.

Met een korte ceremoniële plechtigheid werd op 26 oktober 2012 onder grote belangstelling van onderwijzend personeel, oud-collega's van Da Vinci en de dochter van de kunstenaar, Myléne IJdo, De Spoed weer herenigd met een schoolgebouw.
De locatiedirecteur mevr. Maes opende het woord, waarna webmaster Van de Velde een uiteenzetting gaf over de kunstenaar en zijn werken. Vervolgens gaf wethouder Geertsen aan hoe school en gemeente samen de financiering van dit kunstwerk op zich hadden genomen en wat de betekenis was voor de stad Culemborg.
De feitelijke onthulling van De Spoed vond plaats door het wegtrekken van een purperkleurige hoes, die over het kunstwerk was getrokken.
Hopelijk mogen nog veel generaties Culemborgers genieten van dit markante kunstwerk.
Klik hier voor foto's van de onthulling uit 2012.

Bron foto's kunstwerken: Mylène IJdo
Terug naar de inhoud