Visie Basisvorming van S. Kools - Van Ambachtsschool tot O.R.S Lek en Linge

Ga naar de inhoud

Visie Basisvorming van S. Kools

Da Vinci S.G. 1985-1995
Da Vinci-scholengemeenschap tevreden na experiment, maar:

"Voorselectie blijft in de huidige basisvorming"

CULEMBORG — „Onderwijshervorming begint in Culemborg': zo luidde de kop boven een artikel in deze krant van 10 december 1986. Immers: de Culemborgse Da Vinci-scholengemeenschap begon in augustus '87 aan een experiment, dat een geheel nieuwe onderwijsstructuur beoogde. Directeur S. Kools sprak destijds van een „cruciaal moment in het onderwijs, minstens zo belangrijk als de invoering van de Mammoetwet in 1968". Het ging er om, dat leerlingen pas op 15-, 16-jarige leeftijd een studie- of beroepskeuze maken en gedurende de eerste drie tot vier jaar een brede algemene vorming krijgen. Basisvorming noemen we dat nu, anno 1993. Niettemin is er een wezenlijk verschil tussen wat de Culemborgse scholengemeenschap toen voor ogen had en wat er nu daadwerkelijk van terecht is gekomen. Directeur Kools geeft andermaal zijn visie.


Door Annemarie van Duijn

De Da Vinci-scholengemeenschap is een van de twaalf scholen in den lande, die aan het experiment meededen. De resultaten stemmen alom tot tevredenheid en heel onderwijsland profiteert nu van de inspanningen die leerkrachten op de experimenteerscholen hebben geleverd. Basisvorming. Een studie- of beroepskeuze maken op een verantwoorde leeftijd, dus niet als je twaalf of dertien jaar jong bent: dat beoogden Kools en zijn medestanders op dit ge¬bied. Maar goed: de basisvorming is met ingang van het komend schooljaar weliswaar verplicht, maar het is en blijft een feit, dat een leerling al op 12-, 13-jarige leeftijd een keuze maakt, die bepalend is voor heel zijn of haar verdere toekomst. Directeur Kools legt het uit: „Wij beoogden een algemene basisvorming, meer middenschoolachtig dus, niet gekoppeld aan énige vorm van onderwijs zoals mavo, havo, vwo of beroepsonderwijs.”
Dat idee is dus niet gehonoreerd. Met andere woorden: èlke leerling krijgt nu na de basisschool gedurende drie jaar basisvorming, op één standaardniveau. Dus toch maakt die leerling direct na de basisschool al een keuze: beroepsonderwijs, mavo, havo of vwo. En dat is nou nèt waar Kools en een heleboel andere mensen tegen zijn.

Voorselectie
„Ons idee is: je moet leerlingen een kans geven zich te ontwikkelen. Maar ik ben bang, dat er met de huidige basisvorming toch een voorselectie plaats vindt. Goed, het keuzepakket verdwijnt, iedere leerling krijgt eenzelfde basispakket over de volle breedte en kan zich vervolgens toeleggen op een voortgezette opleiding. Maar het grote nadeel blijft: ze moeten met twaalf, dertien jaar toch een keuze maken. En dat kunnen ze niet! Ze zitten midden in hun puberteit, zijn volop met zichzelf bezig. Ze hebben te weinig gereedschap om te kunnen kiezen, dus moet je ze een stevig fundament bieden om alsnog een realistische keuze te maken". Kools is al met al niet erg optimistisch. „Er is inmiddels een gigantisch leger drop-outs, leerlingen die een verkeerde keuze hebben gemaakt, die te hoog hebben gegrepen en later afhaakten. Die groep zal er met de basisvorming niet kleiner op worden, want: de wortel van het kwaad is er met die basisvorming niet uitgesneden! Ze moeten té vroeg een keuze maken en dat kun je leerlingen op die leeftijd niet aandoen".
Ondanks al deze kritiek ziet directeur Kools toch ook pluspunten, die het nieuwe onderwijssysteem met zich meebrengt. „Goed, we moeten ons nu gaan richten naar de wetgeving. Die wijkt af van wat wij wilden, maar in elk geval krijgt nu iedereen basisvorming: dat is een burgerrecht, dat is toch 'n doorbraak. Tachtig tot negentig procent van onze ideeën is toch overgenomen, maar ja, helemaal tevreden ben je natuurlijk nooit".

Zinvol onderwijs
Daarbij komt dat elke school individueel van alles en nog wat kan bedenken om zich te onderscheiden. De driejarige basisvorming voorziet in vijftien verplichte vakken, maar in de praktijk is er niemand die het verbiedt om nog meer te doen. „Die meerwaarde willen wij behouden", zegt Kools. „Al zeg ik liever dat dat in heel Nederland het geval was. Maar wij kunnen ons nu nog meer gaan onderscheiden en ons nog meer richten op onze eigen leerlingen, inspelen op hun niveau. Leren door doen: da's onze filosofie, oftewel: zinvol onderwijs geven".
Kools geeft een voorbeeld: „Verplicht zijn twee moderne talen. Wij geven er drie verplicht: Frans, Duits en Engels. Uit enquêtes en gesprekken blijkt dat leerlingen en ouders buitengewoon tevreden zijn, er zijn geen klachten. Natuurlijk is onze wijze van lesgeven heel anders: iemand moet straks op een terrasje in Frankrijk een stellen, maar hij of zij hoeft niet een verhaal van Montesquieu te kunnen lezen".
Goed, Kools en de zijnen hadden de basisvorming liever nog verder doorgevoerd dan nu het geval is. Hij is redelijk tevreden, maar een heleboel kritische kanttekeningen blijven overend staan. Mammoetwet, middenschool, basisvorming... er wordt al zó lang gesleuteld aan de kwaliteit van het middelbaar onderwijs. Hoe lang denkt Kools dat de nu bereikte basisvorming stand zal houden?
Hij aarzelt, er valt 'n stilte. „Moeilijke vraag. Weet je: het probleem van Nederland is niet het algemeen voorbereidend onderwijs, maar wel het beroepsonderwijs! Ik praat nogal eens met jonge volwassenen, die spijt hebben van hun havo-diploma, van het feit dat ze geen wiskunde in hun keuzepakket hadden...". „Iedereen zal uiteindelijk een beroep moeten kiezen, of dat nu metselaar, bankdirecteur of tandarts is. Maar: de overheid heeft nog steeds te weinig aandacht voor het beroepsonderwijs. Als dat omstreeks het jaar 2000 nog zo is, dan voorspel ik een ramp. Mensen in de uitvoerende sector, de tramconducteur, de metselaar, die vormen toch de spil van onze samenleving. En die mensen worden nu verschrikkelijk ondergewaardeerd, óók door het huidige onderwijssysteem. Dat wordt de volgende zware opdracht van de overheid: het opwaarderen van het beroepsonderwijs, anders gaan we failliet. Er zijn nu al veel te veel mensen die aan de kant staan toe te kijken. Ze zijn 20, 22 jaar en je krijgt ze niet meer aan de bak. En ook niet meer aan de draaibank. Dat betekent eigenlijk, dat de, kip met de gouden eieren wordt geslacht: het beroepsonderwijs wordt van hoog tot laag helemaal uitgehold!
„Weet je: dit hele project is tot stand gekomen dank zij Deetman en Ginjaar Maas. Ik denk dat ik een van de weinigen ben die het 'n ramp vond dat Deetman toen, na de val van het kabinet, vertrok. Hij heeft ons idee van basisvorming gestimuleerd. Nu denkt iedereen dat het 'n idee van Wallage is. Ik heb niks tegen Wallage, maar ik heb wel het gevoel dat hij met het idee van de basisvorming heeft willen scoren.”

Uit Extra Nieuws van 7 juli 1993


Terug naar de inhoud